Dingen met deeg

Yes! Een eigen verhaal over mijn dingen-met-deeg-reis. Laat ik, Maarten, jullie meenemen terug in de tijd, naar daar waar het graanzaadje (of de graankorrel) geplant is. En jullie daarnaast wat meer vertellen over wat ik nou zo mooi vind aan al dat gebak.

Hoe het allemaal begon
Een aantal jaar geleden had ik het idee zelf flammkuchen (of tarte flambe) te maken. Ik had deze al een paar keer op in de Elzas in Frankrijk. De streek waar heerlijke wijnsoorten zoals de Pinot Noir, Pinot Gris, Riesling en Gewürztraminer vandaan komen. Perfect voor bij een flammkuchen! Na wat geëxperimenteerd te hebben met het deeg kwam daar een resultaat uit de oven waar ik best tevreden mee was. De flammkuchen werd ook door anderen goedgekeurd en mijn inbreng voor het kerstdiner voor dat jaar was geregeld.
Als flammkuchen maken zo makkelijk is, dan moet een pizza niet veel moeilijker zijn toch? En zo begon ik zelf pizza’s te bakken. Gewoon in de oven thuis. Nadat Ela mij een pizzacursus cadeau gedaan had, was het vuurtje aan. Ik leerde over verschillende soorten bloem, gist, ingrediënten en over het kneden, opbollen en uitrollen van het deeg. Zo bijzonder om te zien wat een goed opgestookte pizzaoven dan binnen 2 minuten kan doen met de pizza. Dat de smaken zo goed vastgehouden worden, de kaas een zo mooi smeltgedrag vertoond. En wat een lekker bittertje er aan de pizzabodem komt. Hierna verzamelde ik al snel mijn eerste pizzaboeken.
Kookboeken zijn leuk om te geven en om te krijgen. Ik herinner me dat Ela met kerst een banketbakkersboek op haar lijstje had staan. Nadat ik haar dit cadeau had gedaan, heb ik het vrij snel van haar geleend. Smaakvolle koeken en cakes kwamen er uit de oven. Ik geloof dat ze dat wel kon waarderen.


Brood leren bakken
Toen Ela op een ecologische boerderij vrijwilligerswerk deed en ik daar in de weekenden wel eens langs kwam om mee te helpen, kwam ik in aanraking met brood bakken. Eigenlijk eerst met zelfgebakken brood eten. Omdat ik gedurende de dag flink fysiek aan het werk was, lustte ik wel een boterham met de lunch. Maar dit brood was warm, knapperig en zo lekker dat ik er gerust een hele van op kon. Er werden ook verschillende soorten brood gebakken. Als er veel tijd was met zuurdesem, als er wat minder tijd was met gist. Broden met zaden en pitten. En mijn favoriet: noten-rozijnen-suiker-kaneel brood.
Mijn interesse was gewekt en ik heb een paar keer goed meegekeken. Het brood werd alleen gemengd en dus niet gekneed. Zuurdesembrood werd ’s avonds voorbereid en gistbrood kon op de dag van het bakken voorbereid worden. Vervolgens werd het deeg in een cakevorm gestort en daarna gebakken. Ik dacht altijd dat het erg bewerkelijk was om een goed brood te bakken. Maar dit leek dus wel mee te vallen. Na afloop van het project heb ik een potje ‘Johan’ (zuurdesem) meegekregen om zelf mee aan de slag te gaan. Nou het vuurtje dat al aan was, werd nog eens extra aangewakkerd. Weer een kookboek verder en daarmee veel geëxperimenteerd in onze eigen keuken.
Mijn enthousiasme werkte aanstekelijk en al snel ging de moeder van Ela ook aan de slag met haar ‘Johanna’. Als we elkaar nu zien gaat het vaak ook even over het broodbakken en als ik nieuwe tips en trucs heb dan deel ik die maar al te graag.
Ondertussen bakte ik zo’n 2 broden per week, waardoor ik het broodbakken aardig onder de knie kreeg. Het werd echt een routine. Daarnaast kocht ik ook nog wel eens brood van een goede bakker en dat was dan toch weer net anders dan mijn eigen brood. Zo kwam ik op het idee om aan te kloppen bij een kleinschalige zuurdesembakker in Utrecht. Of ze nog een stagiair zochten. Daar hebben ze me de fijne kneepjes van het vak geleerd zoals het mengen, kneden, vouwen, laten rusten en opbollen van het deeg. Ook het werken met rijsmandjes en het insnijden en decoreren van broden was nieuw. En het bakken in een echte broodoven met stoomfunctie natuurlijk. Naast brood heb ik ook kaneelbroodjes en focaccias gebakken en de lekkerste espresso’s en cappuccino’s leren maken. Dit heb ik een tijdje kunnen doen, op vrijdag voor ik aan het werk ging en op zaterdag. De korte nachten (ik startte om 5u) waren het helemaal waard.
Na onze verhuizing naar de Achterhoek heb ik nog overwogen om af en toe op en neer te rijden om in Utrecht te helpen, maar ook in de Achterhoek hebben ze bakkers. Ik heb daar meegewerkt bij een normale wat grotere bakkerij in Eibergen. Daar leerde ik naast over brood ook over harde broodjes, zachte bolletjes, krentenbollen, koeken, enzovoorts. Ook een zuurdesembakker in Zutphen met een marktkraam heeft me veel geleerd. Vooral dat je ook overdag kunt bakken en de dag erna nog steeds prima vers brood kunt verkopen.
In de periode dat we op de camping verbleven (zie deze blog) ging het bakken door. De campinggasten keken vaak wel een beetje raar op als ik deeg aan het kneden was bij het sanitair. Of als er een pingeltje ging in de voortent waarna ik naar buiten liep om mijn kakelverse brood af te laten koelen op de picknicktafel. ‘Maak je zelf brood in de voortent?’ Jazeker deed ik dat!
Toen het te koud werd in de caravan en Ela en ik verhuisde, hadden we daar voor het eerst een eigen tuin. Eerder zei ik altijd: ‘Zodra ik een eigen tuin heb, koop ik een pizzaoven!’ En zo gebeurde het. Er kwam een mooie compacte Italiaanse pizzaoven. Daarmee heb ik, samen met Ela, hele leuke dingen gedaan: zoals bijvoorbeeld flammkuchen gebakken bij diverse winkels in Rekken en Buurse. En ook op de oranjemarkt in Eibergen (lees er hier over). Daarnaast heb ik ook pizzaworkshops gegeven en samen met Ela zuurdesembroodcursussen aan vrienden, familie en aan ‘echte’ cursisten.
Nu we in Frankrijk zijn, en het bakken niet kan in Bert (onze camper), koop ik graag brood bij de artisanale bakker. Als het taal-technisch een beetje lukt, toon ik mijn interesse en mag ik regelmatig even achter de schermen meekijken. Hopelijk kan ik op niet al te lange termijn weer een stage ergens doen. Mijn doel is hier natuurlijk baguettes en croissants leren bakken. Ook lijkt het me gaaf om bij molenaren op bezoek te gaan, om te kijken hoe het verwerken van graan in zijn werk gaat.

Waarom bakken zo mooi is
Maar wat is er nu zo mooi aan al dat gebak? Wat ik er mooi aan vind is dat het wereldwijd al eeuwenlang gedaan wordt. Met verschillende technieken zijn er zo oneindig veel verschillende soorten producten te maken. Dat kan een mens zichzelf in zijn leven niet allemaal aanleren. Maar ook vind ik het bakproces heel interessant. Van een (erg) nat papje tot een eetbaar product. Daarnaast zijn het natuurlijk de geuren in je huis en de smaken wanneer je er je tanden inzet. En bovenal dat je dingen zelf maakt, dat geeft veel voldoening. In elk geval kan ik bijna niet wachten tot ik weer een oven tot mijn beschikking heb en anderen mag enthousiasmeren en leren over dingen-met-deeg.

Heb je nu vragen of wil je meer leren over iets wat ik in dit verhaal heb aangestipt? Laat dan een reactie achter of stuur me een berichtje!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Translate »